Het doel
Lochemse boerenbedrijven vormen de basis voor een belangrijk initiatief binnen de energietransitie in Lochem en omgeving. Het vergisten van dierlijke mest, om zo biogas te genereren, kan een passend alternatief bieden voor het huidige aardgasgebruik van bedrijven in de Kanaalzone in Lochem. Een haalbaarheidsstudie wijst uit dat bedrijven het aardgasverbruik fors kunnen reduceren door lokaal biogas in te zetten.
In 2019 ontstond het plan om te onderzoeken of agrarisch biogas bruikbaar is voor de industrie in Lochem en of dit past bij de schaal van de agrarische bedrijven in de directe omgeving. CCS Energie Advies voerde een haalbaarheidsstudie uit. Het principe is eenvoudig: Veehouderijen vergisten de mest van hun eigen bedrijf. Bij dit vergisten ontstaat biogas. Nadat het biogas is ontzwaveld wordt het door een apart leidingnetwerk getransporteerd naar een (industriële) afnemer.
Deze afnemer kan hierdoor direct aardgas vervangen zonder grootschalige aanpassingen aan de installatie. Het geheel van kleinschalige mestvergisters, leidingnetwerk en biogas-afzet wordt de Biogas Hub Lochem genoemd.
Uitgangspunt voor dit project blijft dat koeien kunnen blijven weiden. Daarom wordt er bij de haalbaarheid van het project gerekend met weidegang bij de deelnemende bedrijven. Uit onderzoek blijkt overigens dat bij een rantsoen van vers gras er meer biogasproductie is.
Hoe werkt vergisting?
Bij mestvergisting wordt een deel van de organische stof in de mest onder anaerobe omstandigheden afgebroken. Hierbij ontstaat biogas, wat een mengsel is van het brandbare methaan (55 tot 60%) en koolstofdioxide. Na de vergistingsstap wordt de uitgegiste mest (digestaat) opgeslagen en kan het net als drijfmest worden uitgereden op het land.
De energie die ontstaat uit (mest) vergisting wordt gezien als een duurzame bron en wordt om die reden gestimuleerd middels de SDE+ subsidie. Deze subsidie maakt een onderscheid tussen grootschalige en kleinschalige vergisting. De grens ligt bij een geïnstalleerd vermogen van 400 kW. Kleinschalig is vaak gebonden aan de boerderij, grootschalige vergisting wordt meestal gecombineerd met mestverwerking.
De manieren
Warmte
De methaan wordt verbrand en de energie wordt nuttig ingezet in een proces, zoals bijvoorbeeld in de industrie, ruimteverwarming of mestverwerking.
Elektriciteit en warmte
Middels een WKK (warmte-krachtkoppeling) worden deze twee vormen van energie opgewekt. De warmte wordt nuttig toegepast.
Groen gas
Het biogas wordt ontdaan van verontreinigingen en CO2 en omgezet in groen gas, biogas van aardgaskwaliteit. Dit wordt ingevoerd in het gasnet.
Mono-mestvergisting
Dit is een installatie waarbij alleen maar mest vergist wordt, zonder co-producten (zoals mais of glycerine). De regelgeving omtrent mono-mestvergisting is in 2017 veranderd. Tot die tijd mochten 5% co-producten worden toegediend en was er toch nog sprake van mono-mestvergisting. Nu is dat 0%.
Biogas
De eenvoudigste manier om het biogas te verwarmen is door het direct te gebruiken als een warmtebron. Dat kan door het te voeden aan een biogasketel, waarbij warm water wordt geproduceerd, of door het te leveren aan een stoomketel. Bij deze twee toepassingen is het van belang zwavel in de vorm van waterstofsulfide (H2S) zoveel mogelijk te verwijderen. Dit gebeurt in de vergister door een klein beetje lucht toe te dienen en door het te reinigen in een koolstoffilter. Als het biogas over langere afstanden in een leidingwerk getransporteerd moet worden, moet het ook nog gedroogd worden. Dit is noodzakelijk om condens in de leiding te voorkomen. Het drogen gebeurt door het gas actief te koelen.
Bij een hub, wordt elke vergister uitgerust met een biogas voorbehandelingsinstallatie, die het gas conditioneert voor het transport. Bij deze installatie hoort ook een biogas analyse apparaat, die de kwaliteit van het gas meet, controleert en registreert. Als de kwaliteit onvoldoende is, wordt het biogas teruggestuurd naar de vergister en volgt er een alarmmelding.
Groen Gas
Bij groengas wordt het biogas opgewerkt tot aardgaskwaliteit. In de praktijk betekent dat het methaangehalte verhoogd wordt van 55% naar 89% en dat de schadelijke componenten (o.a. H2S) verwijderd worden.
De ‘aansluit- en transportvoorwaarden Gas – RNB (Regionale netbeheerders)’ bestaat uit 25 te meten grootheden. Om opgewerkt biogas te kunnen invoeden in het aardgasnet is relatief dure meetapparatuur en een uitgebreide opwerkunit nodig. Aanpassingen aan het invoedstation en de leiding ernaartoe, moeten door de producent van het groengas betaald worden.
Het effect van deze regelgeving is, dat voor boerderijvergisters het opwerken en invoeden een grote kostenpost is in verhouding tot de productiekosten. Decentraal invoeden is voor kleine vergisters daardoor vaak niet rendabel. In de afgelopen jaren is de technologie echter betaalbaarder geworden en zijn gestandaardiseerde units ontworpen voor boerderijvergisters. Invoeden in het aardgasnet is daarmee ook haalbaar voor vergisters vanaf circa 30 m3/uur groengas, waar dit eerder alleen gold voor regioschaal of industriële schaal (>500 m3/uur). Daarnaast is het verzamelen van biogas van meerdere installaties (via een ‘biogas hub’) een mogelijkheid om de opwerk- en meetkosten over meerdere producenten te verdelen.
Het transport
Benieuwd geworden of sponsoren?
Bent u geïnteresseerd geraakt in dit project en wilt u er meer over weten? Neem dan gerust contact met ons op. Wij staan u graag te woord en zijn altijd bereid om uw vragen te beantwoorden.
Telefoon: 06 10600576
Mail: info@biogaslochem.nl